Zagen

Het zagen van boomstammen tot planken kent verschillende stappen. Hieronder zetten we ze op een rijtje.

1.Het wateren van de stammen

De meeste boomstammen worden in Woudsend geleverd via een vrachtwagen. De stammen worden gelost op de daarvoor geschikte loswal (noordzijde dorp) om vervolgens via het water naar de molen of houtkolk te vervoeren. Bijna alle houtsoorten worden vervolgens minimaal 2 jaar gewaterd. Alleen de es en esdoorn vormen hier een uitzondering in. De essen en esdoorns gaan direct naar de molen om verzaagd te worden, maar de andere houtsoorten worden eerst jarenlang gewaterd.

Dat wateren gebeurt in onze houtkolken. Dit is nodig om de groeisappen uit het levende hout te krijgen. Dit is beter voor het hout en is een verduurzamingsproces van het hout. De gezaagde planken zullen minder gauw krom trekken en scheuren. Bovendien is het hout in het water bewaren beter voor de stam, want dat voorkomt uitdroging en dus droogtescheuren. Bijkomend voordeel is dat gewaterd hout gemakkelijker zaagt dan gedroogd hout.

2.De stam de molen in

Na het wateren van de stammen – dat enkele jaren in beslag neemt – zijn ze gereed om gezaagd te worden. In dat geval worden de stammen voor de sleephelling getrokken, eventueel met behulp van de penterbak. Nadat er een ketting om de stam is gelegd, kan de winderij van de molen (op windkracht) de stam de sleephelling op trekken. Tijdens het opslepen wordt de stam ontdaan van zand en slib door een stokemmer. De buitenzijde wordt dan schoongespoeld met water.

Na het schoonspoelen kan de schors van de stam nog worden verwijderd door gebruik te maken van schilijzers. Hiermee wordt de schors met daarin nog voldoende zand, slib én mosselen verwijderd. Soms kom je hiermee ook nog spijkers tegen, dus schillen is zeker aanbevolen.

Vervolgens is de stam gereed om de molen in te trekken. Alles op windkracht. Eenmaal in de molen wordt bepaald hoe de stam gezaagd gaat worden. Hierbij dient rekening te worden gehouden met krommingen, noesten, het hart en overige zaken van een stam. Aan de onderzijde van de stam wordt vervolgens aan de voor- en achterzijde een vlakke kant gemaakt met behulp van een dissel. Dit komt de stabiliteit van een stam op de slee ten goede.

3.De stam op de slee

De eerste voorbereidingen zitten erop en dan kan de stam op de slee worden gelegd. Met de winderij wordt de kop (voorkant) van de stam omhoog getild, waarna de zaagslee met behulp van het terughaalwerk (ook winderij) onder de stam getrokken kan worden. Als de slee ver genoeg is teruggetrokken, kan de stam op de zaagslee worden gelegd. Het laten zakken van de stam kan ook met de winderij. De stam wordt gelegd op onderhouten (schotels). Hiermee ligt de stam voorlopig klaar op de zaagslee, maar er volgen nog twee stappen voordat er gezaagd kan worden.

4.De zagen inspannen

De meest tijdrovende activiteit is het inspannen van een set zagen, uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid benodigde zagen. Soms is 1 zaag voldoende, maar soms worden er ook wel 8 zagen ingespannen. Dit is afhankelijk van de dikte van de stam en het doel van de stam (veel planken of een dikke balk).

Als bekend is wat er uit de stam gezaagd moet worden, kunnen de scherpe zagen worden ingespannen. De zagen moeten precies verticaal en in de juiste richting staan voor een goed resultaat. De juiste afstand tussen de zagen wordt bepaald door de afstandsblokjes (duifjes) tussen de zagen in. Dit kunnen blokjes zijn van 35 millimeter, maar ook 70 centimeter. Dat is afhankelijk van het doel of de opdracht.

Na het inspannen van de zagen wordt gecheckt of de zagen perfect verticaal hangen, dit doen we door middel van een schietlood. Na de laatste check kunnen de beugels onder en boven om de zagen heen worden gespannen, zodat een stevig pakket zagen ontstaat. Het zaagraam is voorzien van een scherp stel zagen, dus klaar voor het echte werk.

5.Stam vastleggen en zagen maar!

De laatste stap is om de stam op de juiste manier neer te leggen, zodat het meeste hout overblijft (planken of balk). Dit doen we met een richtlat. Eenmaal klaar, dan kunnen de balkijzers over de stam worden opgespannen. Hiermee wordt de stam definitief vastgelegd op de zaagslee. Dit gebeurt met speciale knopen, waarmee voldoende spanning wordt opgebouwd, maar die ook snel los kan als dat nodig is.

Vervolgens is het aan de molen om het zaagwerk te verrichten. Met behulp van het krabbelwerk (een krabbelrad, krabbelaar en pal) wordt de zaagslee met daarop de stam rustig naar voren gewerkt. Dit gaat met ongeveer 1 millimeter per slag. Bij een goede wind kan er 2 meter per uur worden gezaagd, uiteraard per zaagraam (onze molen beschikt over 3 zaagramen; van groot tot klein).

6.Het werk tijdens het zagen

Tijdens het zaagproces blijft het opletten. De stam gaat millimeter voor millimeter naar voren, maar dat geldt ook voor de onderhouten en balkijzers. Deze moeten worden verplaatst als ze bijna tegen de zagen aan zitten. Daarnaast kunnen de zagen gaan klemmen door noesten, spijkers of andere zaken in een stam. Voor de molenaar blijft het altijd opletten tijdens het zagen. Tijdens het zagen worden er touwen om de stam heen gespannen, om de planken nog even bij elkaar te houden. Als de stam er eenmaal door is, wordt de zaagslee nog een stukje extra doorgetrokken, zodat de touwen veilig losgemaakt kunnen worden.

Na het loshalen van de touwen worden de planken zichtbaar en is het doel bereikt. Soms een tegenvaller, maar vaak een prachtig resultaat met mooie tekeningen.

7.Het drogen van hout

Na het zagen van de stammen worden de planken of balken gedroogd in onze droogschuur. Afhankelijk van de dikte neemt dat nog eens zo’n 2 tot 4 jaar in beslag. Een hele poos, maar dat zorgt wel voor het beste resultaat. Het hout toepassen (zeker als meubel) als deze nog niet gedroogd is, zorgt alsnog voor leven in het hout. Het gezaagde hout heeft tijd nodig om te drogen (10 tot 15% vochtigheid).

Na het drogen (op natuurlijke wijze) kan van het hout onder andere meubels worden gemaakt.

Tot zover het proces van houtzagen!

Geef een reactie